De laatste wandeling startte wat lager, in het bos. Zie boven. We liepen omhoog naar een kam met een schitterend uitzicht. Op de kam gingen we met een deel van de groep door, de rest vond het welletjes. Op zich begrijpelijk, het was 27 graden. En dan te bedenken dat een paar decimeter onder je voeten de grond gewoon nog bevroren is. Maar ja, 's winters is de gemiddelde dagtemperatuur hier onder de min 30.

Onder: uitzicht het dal van Grizzly Lake in.

 

Foto van Grizzly Lake, genomen met de telelens.

Een squirel.

Overal zijn korstmossen en dergelijke. Het onderwerp van onderstaande foto is denk ik ongeveer een centimeter groot.

Andere korstmossen. Linksonder is circa 1,5 cm in werkelijkheid, rechtsonder enkele milimeters.

Bij beide onderstaande foto's is de werkelijke breedte minder dan een centimeter.

Linksonder: totaalbeeld. Rechtsonder: detail.

Onderstaande foto is door Sonia genomen op het verste punt.

Rechtsonder: op het verste punt zijn we nog maar met zijn vieren, Sonia, Rob, Angelique en ik.

De terugweg.

Tijdens onze afwezigheid heeft de squirel zich nog bijna te goed gedaan aan een van jassen (met dank aan Wil en Marijke voor beide foto's).

Enkele foto's van onze grootste vijanden tijdens de reis: kleine insecten.

Een wilde roos.

Een riviertje in het bos.

Ook in het bos zie je beesten.

Een eekhoorn. Ik struikelde bijna over het arme beestje.

Het toilet rechtsonder is onderaan afgewerkt met blik zodat veelvraten het niet zullen aanvreten.
 

Vorige

Index

Volgende